Veelgestelde vragen

Vraag en antwoord Wmo

Wmo staat voor ‘Wet maatschappelijke ondersteuning’. De Wmo is ingesteld om mensen zo lang mogelijk thuis te laten wonen. Op het moment dat iemand het op eigen kracht niet meer redt en ook niet voldoende heeft aan de ‘gebruikelijke’ hulp van familie en kennissen, en algemene voorzieningen geven geen uitkomst, dan kan in het kader van de Wmo voor een wmo voorziening worden verstrekt. Het kan dan bijvoorbeeld gaan om huishoudelijke hulp, een traplift of persoonlijk vervoer.

De Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) heeft als doel om burgers te helpen, zodat zij zo lang mogelijk zelfstandig thuis kunnen blijven wonen en deel kunnen nemen aan de maatschappij (participatiesamenleving). Gemeenten zijn verantwoordelijk voor uitvoering van de Wmo, omdat zij zo goed kunnen aansluiten bij de lokale vragen en mogelijkheden. Dat maakt ook dat de toegang en uitvoering van de Wmo per gemeente kan verschillen. Zo kiezen sommige gemeenten voor een speciaal Wmo-loket waar burgers zich kunnen melden. Andere gemeenten kiezen voor sociale wijkteams waar burgers terecht kunnen met een hulpvraag. Ook kan de invulling van een hulpvraag per gemeente anders zijn. Uitgangspunt is voor alle gemeenten wel dat de inwoner waar nodig ondersteund wordt in het zelfstandig wonen en meedoen in de samenleving.

  • te besparen op uitgaven in de zorg;
  • regelgeving overzichtelijker te maken;
  • meer gebruik te maken van eigen kracht van inwoners;
  • gemeenten beter aan te laten sluiten bij de eigen opgaven en mogelijkheden.

Uitvoering van de Wmo wordt gefinancierd uit belastinggeld en de eigen bijdragen van inwoners. De overheid beheert dit geld en keert dit geld aan gemeenten uit via het gemeentefonds. Bij de verdeling van het geld wordt vooral gekeken naar de samenstelling van de bevolking in een bepaalde gemeente. Hiervoor zijn verschillende maatstaven, zoals:

  • Aantal inwoners binnen de gemeente;
  • Aantal jongeren en ouderen;
  • Aantal uitkeringsgerechtigden en bijstandsontvangers;
  • Gemiddeld inkomen;
  • Groepen minderheden;
  • Aantal één- en meerpersoonshuishoudens;
  • Oppervlakte van de gemeente.

Een onafhankelijk cliëntondersteuner helpt de cliënt, indien gewenst, om zich voor te bereiden op het doen van een aanvraag Wmo. Hij of zij bereidt de cliënt voor op het gesprek of staat de cliënt bij tijdens het gesprek. De mogelijkheid om van een cliëntondersteuner gebruik te maken, wordt aangeboden door de gemeente, om zo vanaf het begin de eigen kracht van de inwoner in te zetten.

Een Wmo consulent handelt namens de gemeente aanvragen af. Op het moment dat iemand het op eigen kracht niet meer redt, over onvoldoende gebruikelijke zorg beschikt, niet voldoende heeft aan hulp van familie en kennissen en algemene voorzieningen geven geen of onvoldoende uitkomst, dan kan in het kader van de Wmo voor een wmo voorziening worden gezorgd. Het kan dan bijvoorbeeld gaan om huishoudelijke hulp, een traplift of persoonlijk vervoer. De Wmo consulent behandelt de aanvraag en bepaalt welke voorziening moet worden toegekend aan de cliënt.

De Wmo consulent draagt zorg voor de behandeling van Wmo aanvragen. Hij of zij onderzoekt de aanvraag en beoordeelt de noodzaak voor een voorziening op grond van de Wmo. De volgende taken zijn te onderscheiden:

  1. Voeren van (intakegesprekken met cliënten).
  2. Het verrichten van onderzoek.
  3. In kaart brengen van de zelfredzaamheid van een cliënt en de hulp vanuit de sociale kring.
  4. Beoordelen van het persoonlijk plan.
  5. Aanvragen en beoordelen van offertes voor voorzieningen.
  6. Opstellen van (her)indicaties, rapportages en beschikkingen.

Als Wmo Consulent werk je voor een gemeente. Je werkt dan binnen een afdeling of binnen een wijk- of gebiedsteam. Dit hangt af van de organisatie van de gemeente.

De meest gevraagde functie-eisen in vacatures voor Wmo consulent zijn: Kennis van de wet- en regelgeving van de Wmo en het kunnen toepassen van de kantelingsgedachte van de Wmo. Daarbij is het van belang dat je klantgericht bent en een goed gesprek kunt voeren met de cliënt en andere betrokkenen. Ook wordt ervaring binnen de gemeentelijke organisatie hoog gewaardeerd. Het opdoen van ervaring is daarom ook een goed idee.

Voor de functie van Wmo consulent wordt over het algemeen ervaring gevraagd in een vergelijkbare rol bij een overheidsinstelling of zorgorganisatie. Daarnaast is vaak een relevante opleiding op hbo- of mbo-niveau wenselijk, bijvoorbeeld:

  • Bewegingsagoog / Sport-en bewegingscoördinator (mbo);
  • Ergotherapie (hbo);
  • Fysiotherapie (hbo);
  • Psychomotorische Therapie en Bewegingsagogie (hbo);
  • Sociaal juridische dienstverlening (SJD, hbo);
  • Sociaal pedagogische hulpverlening (SPH, hbo);
  • Social Work (hbo);
  • Toegepaste psychologie (hbo).

De Basisopleiding Wmo consulent 2.0 is een opleiding van Kenniscentrum Sociaal Domein waarbij je in 3 maanden tijd alle essentiële kennis en vaardigheden ontwikkelt, die je nodig hebt als bekwame Wmo consulent. Deze opleiding staat bovendien goed aangeschreven bij gemeenten.

Een Wmo consulent is een echte duizendpoot. Als Wmo consulent werk je met mensen en heb je veel verantwoordelijkheden. Het is belangrijk dat je sociaal bent ingesteld en dat je klantgericht bent. Je moet als Wmo consulent een goed gesprek kunnen voeren.

Een Wmo Consulent vervult ook een duidelijke regisseursfunctie. Hij of zij kent de sociale kaart goed en weet de spelers in het Wmo-veld in te zetten. Hij kan de samenwerkingsrelaties onderhouden, besluiten wanneer hij een zorgverlener inschakelt en oordelen over de verstrekte informatie van cliënt en zorgverlener.

Een andere belangrijke competentie is schriftelijk communiceren. Dat gebeurt in de rapportage en de beschikking. Tot slot is het goed om te noemen dat een Wmo consulent functioneert in een team. Samenwerken met collega’s is dus ook heel belangrijk.

Een Wmo consulent verdient tussen de 2.000 en 3500 euro bruto per maand. Dit is per gemeente verschillend. Uiteraard speelt de regio en de ervaring en opleiding mee bij de bepaling van het salaris. Houd er rekening mee dat alle salarisgegevens schattingen zijn op basis van wat door derden is opgegeven. Deze cijfers worden met de gebruikers van Kenniscentrum Sociaal Domein gedeeld uitsluitend ten behoeve van algemene vergelijking. Minimumloon kan per rechtsgebied verschillen en je zult de werkgever moeten raadplegen voor de werkelijke salarisgegevens. Een ervaren Wmo consulent valt in schaal 9 of 10 als je bij een gemeente werkt.

Mensen die gebruik maken van de Wmo krijgen hulp van de gemeente middels algemene voorzieningen, maatwerkvoorzieningen en vervoersvoorzieningen.

Algemene voorzieningen zijn voorzieningen die binnen de gehele gemeente beschikbaar worden gesteld voor mensen die dat nodig hebben, zoals:

  • Een boodschappendienst;
  • Een maaltijdservice (bijvoorbeeld tafeltje-dekje);
  • Organiseren van activiteiten, bijvoorbeeld in een ontmoetingsruimte of buurthuis;
  • Maatschappelijke opvang en meldpunten, bijvoorbeeld in het geval van huiselijk geweld.

Je hoeft geen beroep te doen op de Wmo om gebruik te mogen maken van deze algemene voorzieningen!

Maatwerkvoorzieningen zijn voorzieningen en hulpvormen die op de leefsituatie en gezondheid van de persoon zijn afgestemd, zoals:

  • Individuele begeleiding;
  • Huishoudelijke hulp: opruimen en schoonmaken;
  • Aanpassingen in de woning, zoals een traplift;
  • Rolstoel;
  • Dagbesteding;
  • Vervoersvoorzieningen zoals een taxipas of een scootmobiel.

Het Wmo-loket of het sociale wijkteam van jouw gemeente geeft jou informatie over de Wmo. En helpt je bij de aanvraag van voorzieningen uit de Wmo. Je kunt bij jouw gemeente ook vragen naar de gratis cliëntondersteuning. Zie het stappenplan voor het aanvragen van een voorziening via de Wmo.

Vraag en antwoord online leerplatform

Meerdere keren per maand.

Dat is zeker mogelijk. Wil je een maximaal leerrendement behalen en zo goed mogelijk voorbereid worden op je werk als Wmo consulent? Kies dan voor Blended learning door naast je online opleiding ook een zoom sessie te boeken met één van onze vakinhoudelijke docenten. Tijdens de Zoomsessie kan jij verdiepende vragen stellen aan de docent, feedback vragen op speciale onderwerpen en bijvoorbeeld jouw gesprekstechnieken oefenen. Zo ontwikkel je jouw gespreksvaardigheid en overige competenties voor het voeren van bijvoorbeeld een keukentafelgesprek nóg beter.

Je hebt na het behalen van jouw examen nog één jaar toegang tot de online leeromgeving van Kenniscentrum Sociaal Domein.

Algemene en gespecialiseerde onderwerpen worden samengebracht op één plek. Je kan zelf kiezen waar, wanneer en hoe je leert. We maken gebruik van verschillende leervormen en deskundige docenten.

Bij alle trainingen krijg je na afronding van de training een digitaal certificaat of een bewijs van afronding.

Vraag en antwoord Schuldhulpverlening

Schuldhulpverlening (SHV) staat voor de gemeentelijke schuldhulpverlening, ook wel de minnelijke schuldhulp (Msnp) genoemd. Sinds 2012 bepaalt de wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs) dat iedere gemeente verplicht is om beleid voor haar burgers met financiële problemen te hebben. Hoe gemeenten dat doen mogen zij zelf bepalen. Er is een grote vrijheid om de organisatie en beleid naar eigen inzicht en prioriteit in te richten.

Schuldhulpverlening is onderdeel van het Sociaal Domein. In sommige gemeenten vormt zij met de Wmo één loket. In andere gemeenten is er een eigen afdeling schulddienstverlening. Weer andere gemeenten besteden het gehele schuldhulptraject uit aan derden. Het komt nogal eens voor dat de gemeentelijke schuldhulpverlening niet lukt omdat de situatie van de hulpvrager (te) complex is of schuldeisers niet meewerken. In dergelijke gevallen is een gang naar de rechter nodig. De rechter bepaalt dan of een schuldregeling wordt opgestart (of niet). Dit wordt de wettelijke schuldsanering natuurlijke personen genoemd (Wsnp).

Schuldhulpverlening in Nederland, ook bekend als minnelijke schuldsanering, omvat een traject waarin individuen geholpen worden om hun financiële schulden af te gaan lossen (saneren). De schuldhulpverlening gaat op basis van vrijwillige medewerking van schuldeisers. Om in aanmerking te komen voor een schuldregeling moet de schuldenaar voldoen aan een aantal voorwaarden. De voorwaarden zijn onder andere het niet maken van nieuwe schulden, het tijdig betalen van de vaste lasten en de maximale afloscapaciteit in te zetten voor de aflossing van de schulden.

Voornaamste taak van de schuldhulpverlener is naast het oplossen van een schuldenproblematiek om gedragsverandering te bereiken bij de cliënt om anders, duurzamer en met minder risico financiën te (leren) beheren. 

Daarvoor zet een schuldhulpverlener een schuldentraject op, kijkt naar de levensomstandigheden van de cliënt, analyseert wat gemist kan worden om schulden in te lossen en zoekt het contact met schuldeisers om te kijken welke mogelijkheden er zijn om tot een oplossing te komen, die voor beide partijen aanvaardbaar is. De schuldhulpverlener behartigt beide belangen en kan gezien worden als mediator tussen schuldeiser en schuldenaar.

Een budgetcoach richt zich voornamelijk op het aanleren van nieuwe vaardigheden op financieel gebied, ook wel financiële competentie learning genoemd. De budgetcoach optimaliseert de financiën door te kijken waar uitgaven kunnen worden geminderd en waar het inkomen kan worden verbeterd. Daartoe analyseert de budgetcoach voor welke tegemoetkomingsregeling de cliënt in aanmerking komt en vraagt deze samen met de cliënt aan. Samen met de cliënt brengt hij een administratie op orde en stelt maand- en jaarbegrotingen op. Het werkveld van de budgetcoach betreft cliënten, die in drie jaar tijd hun betalingsachterstanden kunnen inlopen. De schuldhulpverlener doet al deze taken ook, maar gaat een stapje verder en heeft ook cliënten onder zich, die na een tijdsbestek van 3 jaar niet volledig hun schulden kunnen aflossen. De schuldhulpverlener moet de schuldeisers dan benaderen met een voorstel en hen vragen de restschulden kwijt te schelden.

Landelijk vastgesteld functie eisen zijn er niet. Doorgaans wordt bij gemeentelijke vacatures HBO denk- en werkniveau gevraagd en ervaring in het werkveld. Er is een landelijke certificering, de Kiwa examens SHV I-II & III, gebaseerd op de NEN norm 8048. Deze standaard wordt niet door iedereen in het werkveld gebruikt als landelijke standaard erkent, waaronder de NVVK. Kenniscentrum Sociaal Domein maakt gebruik van een eigen certificering, wat door de netwerken waarmee het kenniscentrum samenwerkt als voldoende kwalificatie wordt beschouwd.

Als schuldhulpverlener moet je in staat zijn om wetgeving en juridische vragen tot je te kunnen nemen. Daarnaast moet je kennis hebben van financiën, vooral op het vlak van budgetten en inkomensplaatjes. Maar dat is niet het belangrijkste. Schuldhulpverlening is een gedragsstudie en draait om anders (leren) omgaan met geld. Vooral communicatie- en sociale vaardigheden zijn belangrijk. Kenniscentrum Sociaal Domein hanteert de volgende competenties: processturing, impact, overtuigingskracht, mediation, interpersoonlijke sensitiviteit, flexibiliteit, planning en organiseren, zelfvertrouwen en communicatie-vaardigheden.

Een schuldhulpverlener werkt vooral bij gemeenten. Er zijn vrij weinig schuldhulpverleningsbureaus buiten de gemeente om. Dat heeft vooral te maken met het feit dat de wet verboden heeft om voor schuldregeling geld te vragen aan de klant. Dit geldt voor het oplossen voor de schuldenproblematiek, niet voor budgetbeheer of budgetcoaching. De schuldhulpverlener kan als zelfstandige zich laten inhuren bij bedrijven en instanties om budgetcoaching uit te voeren. Banken maken hier veel gebruik van, maar ook bedrijven om te leren omgaan met loonbeslag of hun werknemers te leren beter om te gaan met geld. Steeds vaker worden ook schuldhulpverleners ingezet om te bemiddelen tussen schuldenaren en schuldeisers. Met een extra aanvullende module kunnen schuldhulpverleners ook als beschermingsbewindvoerder aan de slag. Met het voordeel dat een eigen onderneming gestart kan worden en inkomsten voor schuldenbewind en financieel beheer wettelijk zijn vastgelegd.

Een schuldhulpverlener in dienst van de gemeente valt onder de salarisregels van gemeente ambtenaren.

Vraag en antwoord Participatie

De Participatiewet (Pw) is een Nederlandse wet die is ingegaan op 1 januari 2015. De participatiewet is een regeling voor werk en inkomen en iedereen die (gedeeltelijk) kan werken. Deze wet regelt de ondersteuning van mensen bij het vinden van (aangepast) werk en het krijgen van een inkomen.

De gemeente is verantwoordelijk voor alle mensen die kunnen werken maar daarbij wel ondersteuning nodig hebben. De gemeente biedt mensen ondersteuning om aan het werk te gaan. Lukt dit niet? Dan komt iemand in aanmerking voor een bijstandsuitkering.

Iedereen doet mee, iedereen werkt. Iedereen die kan werken doet dat naar eigen kunnen. Zij die (tijdelijk) niet kunnen werken, zetten zich in door bijvoorbeeld vrijwilligerswerk of onderwijs.

Een Inkomensconsulent werkt meestal bij een gemeente. Een Inkomensconsulent bekijkt het inkomen van mensen en of zij recht hebben op een uitkering. Ook helpt de Inkomensconsulent bij het bepalen van andere voorzieningen waar mensen recht op kunnen hebben. Als mensen geen werk hebben, bepaalt de Inkomensconsulent of zij recht hebben op een uitkering en wat de hoogte van deze uitkering is.

De Inkomensconsulent heeft in het werk veel te maken met mensen. Sociale vaardigheden zijn hierdoor erg belangrijk. De burger moet goed en deskundig te woord gestaan worden. Ook moet de Inkomensconsulent de situatie van de burger goed kunnen inschatten en beoordelen en de klant adviseren. Vaak wordt door een gemeente eerst gezocht naar werk, voordat overgegaan wordt op het verstrekken van een uitkering. De gesprekken die de Inkomensconsulent voert, zijn zeer afwisselend.

Naast het bepalen of iemand een uitkering krijgt, is de Inkomensconsulent ook verantwoordelijk voor dat er niet gefraudeerd wordt met uitkeringen. De Inkomensconsulent moet in de gaten houden of de klant de juiste informatie verstrekt en daarmee echt recht heeft op de uitkering. Ook moet de Inkomensconsulent bepalen wanneer de uitkering weer gestopt moet worden.

Het startsalaris van een Inkomensconsulent ligt rond de €2.000,-. Dit kan oplopen als de Inkomensconsulent meer ervaring opdoet. Verder valt de Inkomensconsulent onder de CAO Gemeenten.

Als klantmanager inkomen ben je verantwoordelijk voor het tijdig en juist verstrekken van de bijstandsuitkeringen in het kader van de Participatiewet en aanverwante regelingen. Om een goed beeld te kunnen vormen staan hieronder de hoofdtaken:

  • Je voert intakegesprekken met uitkeringsgerechtigden in het kader van de rechtmatigheid;
  • Je beoordeelt zelfstandig aanvragen Levensonderhoud, Bijzondere Bijstand en/of Minimaregelingen;
  • Je informeert uitkeringsgerechtigden over rechten en plichten;
  • Je onderzoekt of er sprake is van voorliggende voorzieningen;
  • Je bent verantwoordelijk voor je eigen caseload;
  • Je verricht beëindigingsonderzoeken;
  • Je voert fraudeonderzoeken uit en legt eventueel boetes op;
  • Je verricht werkzaamheden gericht op het beperken van de instroom en daarbij bevorderen van de uitstroom;
  • Je legt huisbezoeken af waarbij de inzet dienstverlenend of ter controle van de rechtmatigheid is;
  • Je stelt rapportages en beschikkingen op n.a.v. genomen beslissingen.

Een inkomensconsulent…

  • Beschikt over hbo werk- en denkniveau met sociaal juridische kennis;
  • Is klant- en doelgericht;
  • Praat en schrijft graag en foutloos;
  • Is flexibel en pakt een uitdaging met beide handen aan;
  • Is een alerte, klantgerichte persoonlijkheid met affiniteit voor de doelgroep;
  • Weet door een passende aanpak en communicatie anderen te overtuigen;
  • Neemt op basis van professionele en menselijke betrokkenheid verantwoorde besluiten en durft daarbij gebruik te maken van de interpretatieruimte die wet en regelgeving biedt;
  • Is zich bewust van de effecten van zijn/haar keuzes, besluiten en activiteiten;
  • Blijft rustig onder (tijds)druk en kan goed omgaan met de tegengestelde belangen die er soms zijn;
  • Is in staat om met anderen op een constructieve wijze samen te werken om gemeenschappelijke doelen te behalen.

Tijdens de Opleiding Consulent Werk en Inkomen komen alle onderdelen aan de orde die je als Consulent Werk en Inkomen in de praktijk tegenkomt.

De opleiding start met de vraag waar de gemeente als uitvoerder van de Participatiewet voor staat en hoe de overheid in algemene zin georganiseerd is. Wanneer betrokkene nog niet in staat is om in zijn eigen levensonderhoud te voorzien, is er mogelijk recht op een bijstandsuitkering. Wanneer is er recht op deze uitkering en hoe verhoudt zich dit met de voorliggende voorzieningen zoals bijvoorbeeld de Werkloosheidswet of de Zorgverzekeringswet? Van belang is de woon- en leefsituatie, want die bepaalt de hoogte van de uitkering. Hoe wordt de woon- en leefsituatie bepaald? Heeft betrokkene spaargeld of een eigen woning? Heeft betrokkene alle gegevens juist en volledig overlegd of moet er misschien een sanctie opgelegd worden?

Algemene vragen

Ja, het is mogelijk om een opleiding in maximaal drie termijnen te betalen. Als je je aanmeldt dan mag je bij opmerkingen noteren dat je graag in termijnen wilt betalen.

Ja, het is voor een aantal lessen handig dat je een laptop tot jouw beschikking hebt. Het is belangrijk dat je op internet kunt en tekstverwerkingsprogramma’s kunt gebruiken.

Ja dit is mogelijk. Je kunt een studiegids downloaden op de pagina met informatie over de betreffende opleiding. Ongeveer een keer per maand verzorgt onze opleidingscoördinator een webinar samen met een docent. Tijdens de webinar vertellen zij over de mogelijkheden voor omscholing. Daarnaast kun je tijdens de webinar vragen stellen.